Vorig jaar was het nog een pilot, waar vooral geneeskundestudenten uit Oekraïne aan deelnamen. In het UMC Utrecht konden zij de laatste studiepunten halen om hun arts-diploma in Oekraïne te ontvangen. Deze zomer is de vernieuwde editie van het onderwijsprogramma opnieuw van start gegaan. En daar is behoefte aan, vluchtelingen uit veel meer landen meldden zich aan.  

Ook vluchtelingstudenten Amro Azrak uit Syrië en Ndinawe Chila uit Zambia doen dit jaar mee. Allebei studeerden zij geneeskunde in Oekraïne. Vanwege de oorlog vluchtten ze uiteindelijk naar Nederland, waar zij voor het onderwijsprogramma geselecteerd werden. Drie dagen in de week lopen zij mee op de afdelingen Kinderchirurgie en Gynaecologie in het UMC Utrecht en op verschillende afdelingen in het Spaarne gasthuis in Haarlem. De andere dagen volgen zij onderwijs.   

De arts-patiëntrelatie begrijpen

Amro Azrak: “De hele summer school inclusief mijn tijd in de ziekenhuizen was erg leerzaam. Ik heb kennis kunnen maken met nieuwe concepten, die ik nog niet kende tijdens mijn studie in Oekraïne, zoals "evidence based medicine" en "narrative medicine". Het programma heeft mij geholpen om de arts-patiëntrelatie in Nederland te begrijpen. Ik heb geleerd hoe je je als arts moet gedragen, welke belangrijke niet-medische vragen je aan de patiënt moet stellen en hoe het Nederlandse Elektronisch Patiënten Dossier werkt. Zodra ik het programma heb afgerond, wil ik het examen Nederlandse taal doen, zodat ik kan solliciteren bij universiteiten hier in Nederland en het BIG-registratietraject in kan gaan.” 

Programma verbeterd

De input van oud-kandidaten is waardevol geweest. Op basis hiervan is het onderwijsprogramma voor vluchtelingstudenten verbeterd. Zo is er is dit jaar meer aandacht besteedt aan integratie van deelnemers op de afdelingen. Iris Homan, coördinator internationalisering, legt uit: “We hebben daarom dit jaar deelnemers gekoppeld aan de Nederlandse Geneeskundestudenten, zodat ze intercultureel kunnen leren door samen een opdracht te maken.” Daarnaast is er meer aandacht besteed aan het werken in de Nederlandse gezondheidszorg en het geven en ontvangen van feedback; onderdelen waar de deelnemers uit de pilot meer over hadden willen leren.   

Vluchtelingen met medische achtergrond

Waar het vorig jaar natuurlijk een ‘hot topic’ was vanwege de oorlog in Oekraïne, is geneeskundeonderwijs voor vluchtelingstudenten nu, een jaar later, nog steeds heel actueel. Overal in de wereld zijn er vluchtelingen, een deel van hen is medische opgeleid en heel gemotiveerd om in een ander land hun beroep uit te oefenen. Tegelijkertijd kampen we in Nederland met veel vacatures in de zorg. Het is daarom een mooie kans om te blijven werken aan mogelijkheden om vluchtelingen met een medische achtergrond in de zorg aan de slag te kunnen laten gaan.  

Mogelijkheden uitbreiden

Daarom wordt in opdracht van de faculteit Geneeskunde een analyse gedaan om tot een plan te komen: waar zitten de problemen, waar is behoefte aan vanuit het UMC Utrecht; wat kunnen we bieden en wat is daarvoor nodig? Een adviesrapport over wat we als UMC Utrecht nog meer aan vluchtelingen kunnen bieden, wordt begin van dit najaar afgerond.  

Iris: “We werken hierin ook samen met andere Nederlandse ziekenhuizen, de stichting UAF, die hoogopgeleide vluchtelingen steunt, en programma’s in het buitenland voor vluchtelingen met een (para)medische achtergrond, zoals REACHE in het Verenigd Koninkrijk. Zo kunnen we op meerdere lagen en op meerdere niveaus een verschil maken waar zowel de vluchtelingen als het UMC Utrecht van kunnen profiteren. Het meekijkprogramma is hier onderdeel van. Ik vind het heel bijzonder dat we het programma weer voor een tweede keer hebben kunnen opzetten, in een verbeterde versie. Dit laat zien dat we als UMC Utrecht niet eenmalig, maar blijvend de handen ineen kunnen slaan om samen een prachtig programma op te kunnen zetten.”